Kabinet blijft koersen op torenhoge huurstijging, Woonbond staakt onderhandelingen
Persbericht Het finale voorstel voor nieuwe Nationale Prestatieafspraken betekent dat huurders de rekening betalen van de wooncrisis. Terwijl afspraken over nieuwbouw boterzacht zijn, wil de minister de huurverhoging niet temperen. De Woonbond concludeert na onderhandelingen met het kabinet, woningcorporaties en gemeenten, dat nieuwe afspraken geen vooruitgang betekenen voor huurders.
In 2024 was voor sociale huurders de hoogste huurverhoging in meer dan 30 jaar tijd (5,6%), voor 2025 dreigt een nóg hogere huurverhoging van ruim 6%. Om dit drama te voorkomen was de Woonbond sinds het einde van de zomer maandenlang in onderhandeling om nieuwe Nationale Prestatieafspraken te maken. Nu het kabinet niet meer wil bewegen, zijn deze onderhandelingen spaak gelopen.
De Woonbond heeft geconcludeerd dat er op dit moment geen zicht meer is op een redelijk voorstel om aan de leden voor te leggen. De achterban van de Woonbond is bij de laatste ledenvergaderingen duidelijk geweest: een inflatievolgende huurstijging is meer dan genoeg, hoger is onacceptabel.
Corporaties houden inkomsten hoog, kabinet houdt uitgaven laag
Minister Mona Keijzer wil geen lager percentage dan gemiddeld 4,5%, wat nog steeds een torenhoge huurverhoging zou zijn. Daarnaast moest er in dit voorstel op termijn ook meer huur betaald worden voor goed geïsoleerde woningen, via het zogenaamde Passend Toewijzen. Ten opzichte van ruim 6% huurverhoging (o.b.v. CAO-loonstijging) bespaart het kabinet flink op de uitgaven aan de huurtoeslag als de huren met gemiddeld 4,5% stijgen. Deze besparing wil het kabinet volledig voor zichzelf houden.
Opnieuw hoge huurstijging is onbetaalbaar en oneerlijk voor huurders
De Woonbond heeft laten weten niet akkoord te kunnen gaan met het voorstel. Ook zwicht de bond niet voor de druk die de minister uitoefent door te dreigen met een onacceptabel hoge huurverhoging van meer dan 6%. Huurders kúnnen en wíllen niet opnieuw een forse huurverhoging hoger dan de inflatie betalen.
Ze kunnen het niet betalen omdat de boodschappen en het dagelijks leven simpelweg te duur zijn geworden. Bovendien geniet lang niet iedereen van de gestegen CAO-lonen. Een huurverhoging boven de inflatie betekent een groei van de groep mensen die onder de armoedegrens leeft.
Daarnaast willen huurders het niet betalen, omdat het niet rechtvaardig en eerlijk is dat het Rijk woningcorporaties –en daarmee huurders– aanslaat voor winstbelasting en belastingontwijking (de ‘ATAD’) terwijl huurders met hun maandelijkse huur volledig moeten opdraaien voor de maatschappelijke opgave van nieuwbouw en verduurzaming.