PURMEREND BOUWT 120 CONTAINERWONINGEN
Daags voor de gemeenteraadsverkiezingen gaf het college aan 120 tijdelijke woningen te willen bouwen. Het moment van mededelen was niet zo "kies" maar het is nog een voorstel dat naar de Raad moet en in april verwacht men hier uitsluitsel over.
De centrale opgave voor het huisvesten van de corporatiedoelgroep hoort te zijn: het bouwen (niet: liberaliseren, slopen of verkopen) van sociale huurwoningen, in een huurprijs bij voorkeur lager dan de aftoppingsgrens (laag, € 597). Helaas vormt de verhuurderheffing nog steeds een grote barrière. Daarnaast (niet: in plaats van) kunnen tijdelijke woningen een bijdrage leveren aan de huisvesting van de grootste probleemgroepen. Als het gaat over de bouw van tijdelijke woningen met een levensduur van 10 jaar of minder, is er geen bestemmingswijziging nodig en kan er snel worden gehandeld.
Zowel huurdersorganisaties als de Woonbond en AEDES (het overkoepelend orgaan van de corporaties) vinden tijdelijk woningen nou niet direct het ei van Columbus; alsnog moeten forse investeringen en werkzaamheden worden gedaan voor het aanleggen van de noodzakelijke infrastructuur (wegennet, riolering, waterleiding, elektra) alsof het permanente woningen betrof. Een gevolg van tijdelijke woningen zijn tijdelijke huurcontracten. Vanuit de praktijk zijn voorbeelden voldoende aan te dragen dat dit leidt tot problemen. Handhaving zal het sleutelwoord zijn. Na, of liever vóór, een door de Raad genomen besluit zal er voortvarend betaalbare grondposities aan de corporaties moeten worden toegewezen en procedures tot een minimum beperkt (gebruik maken van de Crisis- en Herstelwet). Bouw dan permanente, gestandaardiseerde, vrijwel kant-en- klare energieneutrale of Nul-op- de-Meter woningen.
De bouwperiode is daardoor beslist kort en er staat een "permanent" product ter verlichting van het tekort aan sociale huurwoningen voor een langere periode. De bal ligt bij de gemeente.
We zijn in het algemeen positief over een combinatie van permanente reguliere sociale huurwoningen en tijdelijke woningen.
Met dank aan Professor Dr. Ir. Hugo Priemus voor zijn medewerking bij het tot stand komen van dit artikel.